Los van de eerste weekendjes in de Belgische Ardennen waar ik op mijn 7e voor het eerst in echte rots mocht klimmen zijn de Aiguilles des Dru waarschijnlijk het echte startpunt van waar mijn grote passie voor de bergen begon. In 2003 stond ik op de camping in Chamonix die uitkeek op de Dru Westwand. Op dat moment had ik nog nooit in de echte bergen geklommen. Voor iemand die niet kan klimmen is het echt onvoorstelbaar dat er iemand op zo'n steile gladde wand omhoog zou kunnen komen. Op dat moment was ik er van overtuigd dat de Dru echt alleen mogelijk is voor mensen die zijn opgegroeid in de bergen en de droom om die westwand te beklimmen heb ik toen maar in de ijskast gezet.
Inmiddels 20 jaar later besloot ik om te kijken of ik die onmogelijke droom dan misschien toch waar kon maken!
Samen met Niek de Jonge, een van mijn beste klimmaatjes met wie ik al meerdere beklimmingen en expedities ondernomen heb, hadden we het plan opgevat om deze winter een poging te doen op de Eiger noordwand. Omdat we al vrij snel het idee hadden dat de condities daar niet optimaal waren gooiden we het plan om en kwamen we uit bij de Dru noordwand. Qua naam misschien niet zo bekend als de Eiger noordwand maar qua technische moeilijkheden is de Dru waarschijnlijk lastiger. Althans dat hadden we gehoord van Karel Snoek die beide wanden al eerder gedaan had en ons getipt had dat de Dru noordwand er nu goed bij lag. Op naar de Dru dus!
De beroemde Franse bergbeklimmer, schrijver en berggids Gaston Rebuffat noemt in zijn boek Starlight and Storm uit 1956!! de naar zijn idee 6 moeilijkste noordwanden van de Alpen. Destijds werden die wanden allemaal in de zomer beklommen maar door de warmere temperaturen en daardoor meer kans op steenslag is het tegenwoordig gebruikelijk dat 4 van die 6 noordwanden in de winter beklommen worden wat de beklimmingen aanzienlijk uitdagender maakt. Sindsdien worden de noordwanden van de Piz Badile, de Große Zinne, de Matterhorn, de Grand Jorasses, de Eiger en de Dru ook bij het grote publiek gezien als de 6 moeilijkste noordwanden van de Alpen. Inmiddels heb ik 4 van die 6 wanden beklommen waarbij ik de eerste 2 zelfs heb mogen gidsen en die laatste 2 stonden nog op het verlanglijstje van Niek en mij. Op naar onze grote droom dus!
In de Dru Noordwand zijn er verschillende routes die je kan kiezen. Wij kozen voor de klassieke Alain Leininger. Die route werd in de zomer van 1935 voor het eerst beklommen en is eigenlijk een pure rotsklim route. Omdat de Dru wel bekend staat als een berg waar, bij te warme temperaturen, extreem veel steenslag kan voorkomen, deden wij in maart een poging. In 2003 en 2005 stortte een groot deel van de westwand en de volledige Bonatti Pijler in. Het stof lag tot aan beneden in het dal in Chamonix!
Om de route te bereiken pakten we de lift omhoog naar de Grand Montets. Vanaf daar moesten we met zware rugzakken inclusief ski's het Couloir Poubelles afklimmen. Alleen die afdaling is voor veel mensen al een flinke onderneming!
Na 400 meter afklimmen kwamen we 2 Italianen tegen die in de door ons beoogde route waren omgekeert vanwege de grote hoeveelheden sneeuw. Daar schrokken we van want van Karel Snoek hadden we gehoord dat zij in het bovenste deel geen sneeuw waren tegen gekomen tijdens de beklimming die zij een paar dagen voor ons gedaan hadden. Ook als we zelf naar de wand keken leek het wel mee te vallen.
Het enige wat we konden bedenken was om zelf te gaan kijken dus we plakten de vellen onder de ski's en klommen al 'spitzekehrend' naar de plek waar we onze tent op zouden zetten. We genoten van de waanzinnige omgeving met het prachtige uitzicht. Niek en ik hadden samen al eerder een mislukte poging gedaan in het Dru Couloir maar ondanks dat we de omgeving al kenden was het nog steeds genieten.
Doordat we niet geacclimatiseerd, koud uit Nederland kwamen en de rugzakken misschien een kilo of 20 wogen kwamen we toch aardig vermoeid aan bij de bivakplek. Daar waren meerdere andere touwgroepen die net terugkwamen van een hun beklimmingen van het Dru Couloir en de Lesueur route, 2 andere zeer uitdagende routes. Zij gaven ons als tip om het eerste deel van de Lesueur te klimmen om daarna naar de Alain Leininger te traverseren. Dat zou aanzienlijk sneller zijn. Na het opzetten van de tent werden we getrakteerd op een fantastische zonsondergang en konden we bij temperaturen van 15 graden onder nul heerlijk gaan slapen!
Om 3 uur 's nachts ging de wekker en kon het sneeuwsmelten beginnen. Echt goed hadden we niet geslapen. Omdat de beklimming behoorlijk technisch is konden we het ons niet veroorloven om met te zware rugzakken op pad te zijn. We hadden beide een slaapzakje mee die geschikt was tot temperaturen tot aan het vriespunt. Bij -15 net niet genoeg dus. Na een uur waren we klaar voor vertrek en waren we blij dat we warm werden door de fysieke inspanning.
De aanloop over de gletsjer verliep nu een keer wel soepel! Bij de laatste poging met Niek hadden we door een overhangende serac van een meter of 20 moeten klimmen door met ijsschroeven artificeel omhoog te klimmen. Dit leek wel een soort omgekeerde global warming. De serac en de gigantische spleten van destijds waar je complete huizen in kwijt kon, waren volledig verdwenen en we konden de start van de route nu 'wandelend' bereiken. De tip om via de Lesueur te starten bleek een goede want de originele instap via het Lochmatter couloir zag er behoorlijk droog uit.
Er zat hier veel ijs in de route wat er voor zorgde dat we lekker vlot aan lopende zekering konden klimmen. Naarmate we verder klommen werd het klimmen steeds uitdagender maar het was nog steeds goed te doen.
Het lastige was om in de schemering te zien waar we de Lesueur zouden moeten verlaten om richting de Alain Leininger te traverseren. Terwijl Niek aan het voorklimmen was had ik het idee dat we niet goed zaten. Eenmaal bij de standplek probeerden we aan de hand van de topo te ontdekken waar we heen moesten maar helemaal evident was het niet. Niek had het idee dat we goed zaten maar mijn onderbuik gevoel zei wat anders en meestal klopt mijn onderbuik gevoel.
Na overleg met Niek begin ik te twijfelen en slaat de onzekerheid toe. We stellen onszelf de vraag ''wat zouden we doen als wij hier als eerste beklimmers staan?'' Een duidelijk antwoord krijgen we niet en we blijven twijfelen. Ik besluit naar mijn onderbuik gevoel te luisteren en hak de knoop door. We dalen 50 meter af en traverseren een meter of 15 naar rechts. Ik klim voor en krijg het gevoel dat we goed zitten. We komen wat oude mephaken tegen en zien sporen staan van eerdere beklimmingen dus dit lijkt goed te gaan! Na nog een paar lengtes herkennen we de Fissure Lambert van de foto's die we op internet gevonden hebben en proberen die foto's beter te maken:) Jij mag bepalen of dat gelukt is?
Voor ons ligt een luchtige traverse met een besneeuwde rotsband met daarboven een gladde plaat. Heel moeilijk klimmen is het niet maar spannend is het wel! De stijgijzers hebben goede grip in de sneeuw maar voor je handen of laat staan ijsbijlen is er totaal geen grip. Rustig blijven dus en gewoon op gevoel en balans naar rechts traverseren. Ik ben blij als ik een goede zekering kan leggen maar daarna blijkt dat het nu pas gaat beginnen. Ik sta onderaan de Fissure Lambert. In de zomer kan ik me voorstellen dat die spleet al lastig is maar op stijgijzers en ijsbijlen is het nog wat lastiger. Ik sleur me door de licht overhangende passage heen en voel me niet geweldig sterk. Boven aangekomen maak ik stand en ben ik blij dat Niek de volgende lengte mag doen. Dun ijs ook dit ziet er weer overhangend uit..
In het overhangende deel kun je goed de benen spreiden wat de spanning enigszins van de onderarmen haalt maar na de overhang wordt het ijs dunner en doordat de spleet schuin wegloopt sta je continu ''off balance''. Niek klimt er soepel doorheen en ik volg!
Ondanks dat we ''maar'' op grofweg 3400 meter klimmen begin ik de hoogte behoorlijk te voelen. Iets wat voor mij niet helemaal normaal is omdat ik al vaker beklimmingen tot boven de 4000 meter vanuit Nederland gedaan heb zonder dat ik daarbij echt in de problemen kom. Ik gaf de hoop niet op en probeerde wat te eten in de hoop mijn energie terug te vinden en vroeg Niek of hij het voorklimmen op zich wou nemen.
We hadden het plan opgevat om de 850 meter hoge route en 28 touwlengtes in 1 dag te klimmen en dan te bivakeren. Daarna restte ons dan nog een paar touwlengtes in de zuidwand plus de afdaling. Karel had ons verteld dat het eerste 2/3 deel van de route het makkelijke deel is en qua tijd ongeveer de helft van de tijd in beslag neemt. Het bovenste 1/3 deel is aanzienlijk lastiger en beslaat de andere helft van de tijd.
Doordat ik me toch minder fit voelde dan gehoopt begon ik toch te twijfelen of dat haalbaar was. Ik werd niet fitter en het klimmen ging eigenlijk alleen maar langzamer. Na 17 lengtes klimmen kwamen we aan bij het bivak bovenaan de American Direct. Een perfect vlak plateau waar je met 3 of als het echt moet 4 klimmers kan liggen en bovendien scheen de zon hier! We besloten om even goed pauze te houden en goed te eten en te drinken. Niek gaf aan toch ook wel aardig moe te zijn dus besloten we om te bivakeren. Om de volgende dag wat tijd te winnen en om mijn zelfvertrouwen weer even op te krikken besloten we om de lengte boven het bivak alvast te klimmen. Goed voor mijn zelfvertrouwen was dat niet want ik voelde me inmiddels extreem moe, klom extreem langzaam en bij iedere move die ik maakte schoot de kramp in mijn benen en armen en was ik binnen de kortste keren buiten adem.. Tijdens het koken schiet iedere 10 min. de kramp in mijn benen waardoor ik het uitgil van de pijn. Niek moet gedacht hebben ''wat een jankerd'' maar ik wist soms echt niet waar ik het zoeken moest. Balend als een stekker ging ik slapen met alle zorgen over morgen in mijn kop..
De volgende dag hebben we goede moed dat we vandaag de laatste 10 lengtes plus de zuidwand en de afdaling nog zullen klimmen. Ik voel me nog steeds belabberd en denk eraan om te draaien. Echter kijk ik al jaren uit naar deze beklimming, is dit mijn 3e poging en wil ik Niek niet teleurstellen. Allemaal geen goede redenen om niet om te draaien als de veiligheid in het geding komt. Het weer is goed en ik heb een fantastische klimmaat. Als we daarbij rustig blijven en alles goed afzekeren dan heb ik het vertrouwen dat het veilig blijft. Ik besluit door te klimmen zolang Niek nog verder wil.
Waar Karel had aangegeven dat hij het bovenste deel allemaal zonder stijgijzers heeft kunnen klimmen blijkt dat de Italianen toch gelijk hebben gekregen. Het klimmen van een 5C op wrijvingsschoenen is toch wat anders dan op stijgijzers dus Niek moet grote delen op stijgijzers klimmen. Daarbij zijn de waarderingen kneiterhard. De eerst beklimmer, Pierre Alain, is opgegroeid in Fontainebleau en daar gelden de boulder waarderingen. Wij kregen soms het idee dat Alain de boulder gradatie uit Bleau 1 op 1 heeft overgenomen in deze route. Sommige 5C off-width lengtes voelen voor ons aan als een 6B/C. Mijn geluk is dat ik Niek mee heb en die is gespecialiseerd in deze klimstijl. Dit laat eens te meer zien dat klimmen wel degelijk teamsport is ondanks dat het grote publiek dit vaak anders ziet.
Naast het lastige klimmen blijft het route zoeken behoorlijk lastig. Het lijkt erop dat we soms volledige touwlengtes klimmen die niet in de topo staan. Daardoor lopen we tegen een gigantische teleurstelling aan want op het moment dat we touwlengte 28 geklommen denken te hebben lijkt het erop dat het pas touwlengte 24 was. Nog maar een bivak dan? We geven nog niet op en proberen zo goed en zo kwaad als het kan gas te geven. Of met ''we'' moet ik eigenlijk ''Niek'' zeggen.
Niek klimt het gross van de touwlengtes voor maar om toch een beetje aan mijn plicht te voldoen probeer ik het zo nu en dan over te nemen. Als het niet al te steil is lukt dat maar zodra het steil wordt raak ik binnen de kortste keren buiten adem en schiet de kramp er weer in. Ik laat het voorklimmen dus maar weer aan Niek. Ik voel me hierdoor bezwaard maar ben blij dat ik met Niek op pad ben. Na al die jaren kennen we elkaar zo goed dat we het van elkaar kunnen hebben.
Ik klim de 28e lengte in de schemering en maak stand in het bivak. Het klimmen vandaag was behoorlijk uitdagend, ook als ik me fit gevoeld had. Het bivak is bijzonder want we hebben een dak boven ons hoofd! Vanuit het bivak zit er een gat in de wand en helaas komt daar flink wat wind vandaan. Alle wind die de zuidwand ''raakt' lijkt door dit gat geperst te worden waardoor er voor ons gevoel zo'n 50km/h wind in het bivak staat. Geen idee wat de windchill factor wordt bij 50 km/h en -15 graden maar chill is het niet! Zelfs het sneeuwsmelten wordt daardoor behoorlijk uitdagend.
Door de wind waait de brander makkelijk uit. Het geluk is dat we met onze bivakzakken en wat Friends die we in het dak van het bivak plaatsen een soort windscherm plaatsen waardoor we toch sneeuw kunnen smelten. Niek is inmiddels ook gesloopt en ik ben blij dat ik wat terug kan doen door de taak van het sneeuwsmelten op me te nemen. Terwijl ik continu mijn hoofd stoot hou ik de brander vast achter het geïmproviseerde windscherm terwijl ik probeer te zorgen dat de brander onze slaapzakken niet in de fik steekt. In de veronderstelling dat we morgen snel op de top staan is mijn motivatie weer wat opgekrikt maar ik heb ook geleerd dat ''assumption the mother of all fuck-ups'' is dus hou me nog even in. Door het extra bivak is vrijwel al het eten op en staat er morgen ook geen ontbijt op de planning. Daarom genieten we extra van het kopje oplossoep wat we samen delen! Tijdens de nacht liggen we lepeltje lepeltje om wat warmer te blijven. Nooit gedacht dat ik blij zou worden van lepeltje lepeltje liggen met een man:)
De volgende ochtend staan we goed gemutst op in de hoop snel naar de top te kunnen klimmen. De wind is nog steeds zeer onaangenaam en het aankleden buiten de slaapzak is behoorlijk fris. We klimmen door het gat naar de zuidwand waar de wind al stukken minder is en waar de zon schijnt!
We kunnen vrij makkelijk rondlopen op een grote band en probeer wat overzicht te krijgen waar we heen moeten. Helemaal duidelijk wordt dat niet of eigenlijk wordt het helemaal niet duidelijk.. We vermoeden dat we naar rechts moeten traverseren maar ook dat blijkt weer moeilijker dan gedacht. In de topo wordt er niets gezegd over het klimmen in de zuidwand dus wij waren in de veronderstelling dat het nooit heel moeilijk meer zou worden.
Na 2 vreemde lengtes ontdekken we een rotsband met wat vaste touwen die we besluiten te volgen en dat levert een fantastische plaat op al zeg ik het zelf. Voor de route was het niet nodig maar voor de foto vraag ik Niek om even naar het puntje te lopen. Step into the void!
Na nog een stuk traverseren klim ik nog een stukje voor waarbij mijn onderarmen weer in luttele seconden vollopen.. Bovenop het blok aangelopen ben ik er van overtuigd dat we er nu dan toch echt bijna zijn! We hebben het echte moeilijke klimmen gehad en nu ligt er nog een stuk 40/50 graden steile sneeuw voor ons.
Ik klim een meter of 50 en kan bijna op de topgraat stand maken. Bij Niek is het beste er ook vanaf dus rustig en gestaag klimt hij na. Langzaam begint het besef door te dringen dat we onze grote droom nu echt waar gaan maken!
Enthousiast geworden? Of liever toch iets makkelijkers? Kom dan langs bij de webinar op 31 mei over alpinisme reizen voor beginners of meld je aan voor de infoavond op 6 juni 2023 over expedities naar Mt Vinson, Denali en Mt Everest bij Mountain Network Nieuwegein.
Vanaf de topgraat hebben we een fantastisch uitzicht op vrijwel het gehele Mont Blanc massief! Vanaf hier volgen we de graat nog een meter of 50 door makkelijke sneeuw. Het laatste stukje ziet er nog behoorlijk luchtig uit en even zie ik zelfs die laatste paar meter niet meer zitten maar gelukkig weet Niek me nog over te halen. Niek staat voor de 2e keer op de Petit Dru en voor mij is dit de eerste keer. Omdat ik een paar jaar eerder via de zuidwand al op de Grand Dru stond is de Dru hiermee voor mij volmaakt! Mijn droom begon ooit bij de westwand die ik vanaf de camping in Chamonix kon zien maar door alle instortingen en steenslag die daar plaats gevonden hebben in combinatie met dat die routes nog steeds in de zomer geklommen moeten worden heb ik besloten om die droom niet te verwezenlijken en het bij dromen te houden. Wat ben ik blij dat we hebben doorgezet!
Yes, we staan op de top van de Petit Dru! En dat samen met Niek! De beleving van een beklimming wordt niet alleen gemaakt door de bergen maar veelal ook door de mensen waarmee je op pad bent. Deze beklimming bewijst voor mij nog maar eens dat klimmen écht een teamsport is. Meer nog dan met welke andere teamsport dan ook want bij welke teamsport heb je zoveel vertrouwen nodig in je maat dat je hem letterlijk jouw leven toevertrouwt?
Na de top was het avontuur nog lang niet voorbij. Het abseilen door het Dru Couloir is ook nog zeer spannend. Met name de overhangende lengtes in het Dru Couloir direct waar het terug klimmen extreem uitdagend is vroegen nog even opperste concentratie. Terug bij het kamp begon voor Niek de grootste uitdaging omdat hij niet zo'n geweldige skiër is. Drie dagen vermoeidheid in de benen en de zware rugzak maakten het off-piste skiën zwaar en gelukkig kon ik Niek daarbij weer helpen.
Het weer was inmiddels verslechtert en de duisternis trad in dus het Couloir Poubelles moesten we in het donker beklimmen waarbij we door de spindrift totaal geen zicht hadden en veel energie hadden we ook niet meer na 1,5 dag niet eten. Toen we e-i-n-d-e-l-i-j-k bovenaan de pistes van de Grand Montets aankwamen hoefden we alleen nog de dalafdaling te pakken. Ook hier kon ik Niek zo nu en dan een beetje helpen door zijn rugzak over te nemen maar mijn belangrijkste taak bestond uit het reserveren van de pizzeria die nog tot 22:00 open bleek te zijn. Met een e.t.a. van 22:10 heb ik de eigenaar al skiend en bellend gesmeekt om wat langer op te blijven en om 22:30 strompelden we ontzettend moe en ontzettend voldaan de pizzeria binnen. Wat een tocht!
Enthousiast geworden? Of liever toch iets makkelijkers? Kom dan langs bij de webinar op 31 mei over alpinisme reizen voor beginners of meld je aan voor de infoavond op 6 juni 2023 over expedities naar Mt Vinson, Denali en Mt Everest bij Mountain Network Nieuwegein.